Standpunt spoedindicatie AR

Standpunt Nederlandse Werkgroep voor Vitreoretinale chirurgie betreffende spoedeisende zorg voor patiënten met een netvliesloslating

De planning van operaties voor een netvliesloslating is een dagelijkse uitdaging voor klinieken met vitreoretinale patiëntenzorg. Elke kliniek kent hierbij specifieke mogelijkheden en beperkingen. Om toch tot een uniform beleid te komen is het verzoek gedaan aan de vitreoretinale werkgroep om tot een gezamenlijk standpunt te komen.

Inleiding

Patiënten die zich presenteren met een netvliesloslating (ablatio retinae) kunnen verdeeld worden in twee groepen: met een aanliggende fovea centralis of met een afliggende fovea centralis. De eerste groep heeft bij presentatie over het algemeen een goede visus, terwijl de tweede groep meestal een visusdaling zal hebben bemerkt. Vaak wordt gesproken over aanliggende macula, terwijl men de fovea centralis bedoelt. Het onderscheid tussen beide is soms lastig, waarbij een OCT van de macula behulpzaam kan zijn.

Een succesvolle operatie van een netvliesloslating met aanliggende fovea zal in de regel de goede preoperatieve visus behouden. Daarentegen zal er, in meer of mindere mate, retinale schade zijn als de fovea losgelaten heeft en zal de visus meestal niet meer op het oude niveau terugkeren [Salicone 2006].

Om dit laatste te voorkomen is het nodig om te behandelen voordat de loslating toeneemt tot aan de fovea. Dat maakt een netvliesloslating met een macula die nog aanliggend is maar met afliggen wordt bedreigd een spoedindicatie voor chirurgie. Daarnaast lijkt het plausibel dat de duur dat de fovea afliggend is geweest  van invloed is op de postoperatieve visus. Hoe langer de fovea afligt, hoe slechter de visus. Dit is het argument om ook deze patiënten snel te opereren. Of er een kritische periode bestaat, en zo ja hoe lang deze is, blijkt moeilijk aan te tonen te zijn. Het is in de praktijk lastig vast te stellen wanneer precies de fovea heeft losgelaten. Veel retrospectieve studies hebben geen eenduidige relatie kunnen aantonen tussen variatie in de eerste 7 dagen na loslating van de fovea en postoperatieve visus [Ross 1998, Hassan 2002, Salicone 2006]. Een recente meta-analyse concludeerde wel dat met een operatie maximaal 3 dagen na loslating van de fovea de beste visus werd behaald [Van Bussel 2014]. In een groot prospectief cohort van 1 chirurg werd ook gevonden dat het visusresultaat beter wordt na 1-3 dagen visusverlies vergeleken met 4-6 dagen [Williamson 2013].

Een chirurgische spoedindicatie kan betekenen dat de operatie binnen een aantal uren na het stellen van de diagnose, ook buiten kantoortijd, wordt verricht, of op de eerstvolgende mogelijkheid binnen het reguliere operatie programma. Voorwaarden voor opereren buiten kantoortijd zijn wel dat er gekwalificeerd personeel en goede logistieke ondersteuning beschikbaar moeten zijn. In veel ziekenhuizen wordt niet aan deze voorwaarden voldaan.

Men heeft onderzocht of uitstel van de operatie gepaard gaat met progressie van de loslating. De kans hierop blijkt heel klein te zijn; in een serie van 199 patiënten met macula-aan ablatio retinae werd 85% binnen 3 dagen geopereerd en vertoonde 1 patiënt progressie naar macula-af 4 dagen na presentatie. [Wykoff 2010]. Uit een BEAVRS survey in 2001 bleek dat 13% van 82 ogen met een macula-aan ablatio retinae progressie liet zien pre-operatief, inclusief 3 patiënten (4%) waarbij de fovea alsnog afliggend werd [Ho 2006].

Daarnaast hebben verschillende studies gekeken naar een verschil in uitkomst tussen chirurgie binnen en buiten kantoortijd. Hierbij bleek dat de resultaten van chirurgie op het eerstvolgende reguliere programma gemiddeld genomen niet anders of zelfs beter zijn dan op een spoedprogramma ’s avonds of in het weekend. Dit gold zowel voor anatomisch als functioneel resultaat [Hartz 1992, Koch 2012].

Standpunt

Op basis van bovenstaande heeft de Nederlandse VR werkgroep het volgende standpunt ingenomen:

  • Patiënten met een macula-aan ablatio retinae met bedreigde fovea moeten zo snel als mogelijk is worden geopereerd op het eerstvolgende reguliere operatieprogramma. Deze patiënten dient een houdingsvoorschrift te worden voorgeschreven. Operatietermijn en houding zijn wel afhankelijk van de tijdsduur tussen netvliesloslating en presentatie, en de configuratie van de loslating.
  • Patiënten met een macula-af ablatio retinae moeten op korte termijn geopereerd worden. Een houdingsadvies is niet geïndiceerd. De operatietermijn is wel afhankelijk van de tijdsduur tussen netvliesloslating en presentatie, en de configuratie van de loslating.

Versie 4 – Utrecht, januari 2016
Redmer van Leeuwen, namens de Nederlandse Werkgroep voor Vitreoretinale Chirurgie

 

Referenties

Salicone A, Smiddy WE, Venkatraman A, Feuer W. Visual recovery after scleral buckling procedure for retinal detachment. Ophthalmology 2006:113(10):1734-1742

Wykoff CC, Flynn HW, Scott IU. What is the optimal timing for rhegmatogenous retinal detachment repair? JAMA Ophthalmol 2013;131(11):1399-1400

Ross WH, Kozy DW. Visual recovery in macula-off rhegmatogenous retinal detachments. Ophthalmology 1998;105(11):2149-2153

Hassan TS, Sarrafizahdeh R, Ruby AJ, Garretson BR, Kuczynski B, Williams GA. The effect of duration of macular detachment on results after the scleral buckle repair of primary, macula-off retinal detachments. Ophthalmology 2002;109(1):146-152

Van Bussel EM, van der Valk R, Bijlsma WR, La Heij EC. Impact of duration of macula-off retinal detachment on visual outcome: a systematic review en meta-analysis of literature. Retina 2014 34(10):1917-25

Wykoff CC, Smiddy WE, Mathen T, Schwartz SG, Flynn HW Jr, Shi W. Fovea-sparing retinal detachments: time to surgery and visual outcomes. Am J Ophthalmol 2010;150(2):205-210

Ho SF, Fitt A, Frimpong-Ansah K, Benson MT. The management of primary rhegmatogenous retinal detachment not involving the fovea. Eye (Lond) 2006;20(9):1049-1053

Williamson TH, Shunmugan M, Rodrigues I, Dogramaci M, Lee E. Characteristics of rhegmatogenous retinal detachment and their relationship to visual outcome. Eye (Lond) 2013;27(9):1063-1069

Hartz AJ, Burton TC, Gottlieb MS et al. Outcome and costs analysis of scheduled versus emergency scleral buckling surgery. Ophthalmology 1992;99(9):1358-1363

Koch KR, Hermann MM, Kirchhof B, Fauser S. Success rates of retinal detachment surgery: routine versus emergency setting. Graefes Arch Clin Exp Ophthalmol 2012;250:1731-1736