Oogheelkundig Historische Kring al 7 jaar actief

27-03-2025

De geschiedenis van de oogheelkunde dreigt soms onder te sneeuwen in de razendsnelle ontwikkelingen tegenwoordig. Toch is historisch besef essentieel om de hedendaagse ontwikkelingen te begrijpen en te waarderen. De Oogheelkundig Historische Kring (OHK) zet zich al zeven jaar in om het Nederlandse oogheelkundig erfgoed te behouden en toegankelijk te maken voor de volgende generaties.

De collectie van de OHK omvat inmiddels 762 boeken en 494 proefschriften, met het oudste boek daterend uit 1801 en het oudste proefschrift uit 1853. “De geschiedenis van de oogheelkunde is fascinerend,” zegt OHK-penningmeester Liesbeth Prick. “Zodra je ermee bezig bent, besef je pas hoe waardevol deze kennis is voor het heden en de toekomst.”  De oudste notulen van NOG-bestuurs- en ledenvergaderingen die bewaard zijn gebleven komen uit 1917. OHK-secretaris Marjolijn ten Doesschate zet zich in om het archief te ordenen en digitaliseren.

Naast de waardevolle documenten bevat de collectie van de OHK ook bijzonder instrumentarium dat vroeger door de oogarts werd gebruikt. Tot de bijzondere collectiestukken behoort de microscoop van Hennie Völker-Dieben waarmee ze de eerste corneatransplantatie uitvoerde. “De manier waarop vroeger werd gewerkt, met loepbrillen en zonder handschoenen, lijkt nu primitief, maar was destijds revolutionair.” zegt OHK-voorzitter Frans Ros.

Naast het verzamelen en behouden van erfgoed organiseert de OHK regelmatig lezingen en bijeenkomsten. Zo werd in 2024 een lezing gegeven over Marie du Saar, een vrouwelijke oogarts die haar tijd ver vooruit was, maar door het gebrek aan vertrouwen in vrouwelijke specialisten destijds niet de erkenning kreeg die zij verdiende. Dergelijke verhalen tonen aan hoe belangrijk het is om de geschiedenis te blijven bestuderen en te delen.

De OHK streeft naar verdere uitbreiding van de collectie, meer bekendheid en het aantrekken van nieuwe leden. Ook wetenschappelijk onderzoek naar de geschiedenis van de oogheelkunde behoort tot de ambities, al is daar tot op heden nog geen tijd en financiering voor gevonden. “We hebben te weinig middelen voor uitgebreid onderzoek en documentatie,” aldus Ros. “Maar we blijven doorgaan om ervoor te zorgen dat dit waardevolle erfgoed niet verloren gaat.” Met een actieve houding en een groeiende collectie hoopt de OHK de komende jaren een nog bredere groep oogartsen en geïnteresseerden te betrekken bij het behoud van de geschiedenis van de Nederlandse oogheelkunde. Belangstellenden die lid willen worden van de werkgroep kunnen zich aanmelden bij Marjolijn ten Doesschate (mtendoesschate@gmail.com).

Binnenkort verschijnt een uitgebreid artikel over de OHK in tijdschrift De Oogarts.